Wat beïnvloedt de opbrengst van zonnepanelen?
De opbrengst van zonnepanelen is afhankelijk van:
- Dakrichting
De opbrengst van zonnepanelen is het beste op een zuidwaarts gericht dak (van zuidwest tot zuidoost). West of oost kan ook, maar het rendement van de zonnepanelen neemt dan af met 10%. - Dakhelling
Een optimale opbrengst hebben zonnepanelen op een schuin dak met een hellingshoek van 36 graden. Dit kan op een plat dak ook worden bereikt door de zonnepanelen in bakken (consoles) te plaatsen. Bij andere hellingshoeken tussen 15° en 60° is de jaarlijkse opbrengst van de zonnepanelen slechts 5% lager. - Gevel
Het rendement van zonnepanelen aan de gevel is circa 30% lager, omdat ze verticaal hangen. - Oppervlakte
De oppervlakte van de zonnepanelen (lengte x breedte) bepaalt mede de opbrengst. - Wijze van schakeling
De manier waarop ze aan elkaar zijn geschakeld (parallel of serieel) is van invloed op de opbrengst van de zonnepanelen. - Rendement
Het percentage zonlicht dat wordt omgezet in elektriciteit heet het rendement. - Plaats omvormer
De omvormer moet zo dichtbij als mogelijk is, bij het zonnepanelensysteem worden geplaatst. Op deze manier verlies je zo min mogelijk van de opbrengst. - Zoninstraling
De hoeveelheid opvallend zonlicht bepaalt in belangrijke mate de opbrengst van de zonnepanelen. Ook als het bewolkt is, werkt een zonnecel. - Zonuren
Het aantal uren per jaar zonder bewolking is medebepalend voor het rendement van de zonnepanelen. - Temperatuur
Hoge temperaturen leiden tot lager rendement. Zonnepanelen hebben minder opbrengst naarmate de temperatuur van de panelen stijgt. Op een zonnige dag in oktober met een temperatuur van 10°C , is de opbrengst van de panelen hoger dan in de zomer bij 35°C. Zorg daarom voor voldoende (natuurlijke) ventilatie rondom de zonnepanelen, zodat het rendement zo hoog mogelijk wordt. - Schaduw
Het rendement hangt in de praktijk ook af van schaduwwerking. Bomen, gebouwen of een dakkapel kunnen een negatieve invloed hebben op de opbrengst van je zonnepanelen.